Windows: permanent ingestelde printerkwaliteit - hoe het werkt
U kunt de standaardprinterkwaliteit zelf wijzigen. Hiervoor moet u de afdrukinstellingen oproepen. We laten u zien hoe het werkt.
Stel de printerkwaliteit permanent in
- Open het bedieningspaneel. Voer hiertoe de zoekopdracht "Configuratiescherm" in het startmenu in.
- Klik in de categorieweergave onder "Hardware en geluiden" op "Apparaten en printers weergeven". Klik in de pictogramweergave op "Apparaten en printers".
- Nu worden de geïnstalleerde printers weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op de printer waarvan u de printerkwaliteit wilt wijzigen en selecteer "Afdrukinstellingen".
- Klik op "Geavanceerd" op het tabblad "Papier / Kwaliteit". Hier kunt u de printerkwaliteit wijzigen onder "Graphics".
- De eenheid dpi staat voor "dots per inch" en beschrijft de puntdichtheid. Welke dpi-waarde logisch is, is afhankelijk van het afdrukobject. We laten u zien hoeveel dpi zinvol is voor afbeeldingen.
- Om de wijziging permanent op te slaan, sluit u alle vensters met "OK".