Windows 7: maak variabelen voor mappen - hoe het werkt
In plaats van door eindeloze mappen te klikken, kunt u ook variabelen maken in Windows 7. Deze snelkoppelingen brengen u onmiddellijk naar de opgegeven mappen.
Maak omgevingsvariabelen in Windows 7
Windows 7 biedt al verschillende omgevingsvariabelen: "% programdata%" opent bijvoorbeeld de locatie van uw programma's. "% Systemroot%" brengt u daarentegen naar de Windows-map. U kunt ook uw eigen variabelen maken in de systeeminstellingen:
- Start hiervoor het Configuratiescherm en klik op "Systeem".
- Selecteer in de linkerkolom het item "Geavanceerde systeeminstellingen" en vervolgens "Omgevingsvariabelen".
- Klik nu op "Nieuw" om een variabele te maken. De gebruikersvariabelen zijn alleen van toepassing op de gebruiker die momenteel is ingelogd (afbeelding: marker 1). Voor algemene sneltoetsen moet u daarentegen een systeemvariabele instellen (afbeelding: marker 2).
- Geef uw variabele nu een naam en voer het bestandspad van de map in op de tweede regel. Sla de instellingen op met "Ok".
- Druk vervolgens op de toetsencombinatie [Windows] + [R]. Voer in het nieuwe venster uw gedefinieerde variabele in met procenttekens, zoals "% pictures%". De eerder gedefinieerde map wordt automatisch geopend.
In plaats van variabelen te maken, kunt u ook koppelingen voor uw mappen maken. We laten u zien hoe dit hier werkt.