Welke ISO-instelling? Dus u neemt de juiste beslissing
U moet vaak de ISO-waarden instellen voor een goede beeldkwaliteit. Welke ISO-instelling u kiest, is afhankelijk van verschillende factoren. In deze praktische tip leggen we uit welke ISO-instellingen zinvol zijn en wanneer.
Stel de ISO-waarde in
In het digitale tijdperk van filmcamera's kunt u de gevoeligheid van een afbeelding voor licht aanpassen met behulp van ISO-waarden. Naast de ISO-instelling zijn het diafragma en de belichtingstijd ook belangrijk om de helderheid van de foto te beïnvloeden.
- Lage ISO-waarde: met een lage ISO-waarde is de sensor minder gevoelig voor het invallende licht. Dit betekent dat u de foto's langer moet blootstellen. In tijden van de dag met goede lichtomstandigheden zijn lage ISO-waarden optimaal voor een goede beeldkwaliteit.
- Hoge ISO-waarde: donkere lichtomstandigheden vereisen een hogere ISO-waarde. Hoe hoger de gevoeligheid voor licht (hoge ISO-waarde), hoe korter de belichting. Hier is het raadzaam om een ISO-nummer van meer dan 400 in te stellen.
ISO-waarde en beeldkwaliteit
Een hogere gevoeligheid voor licht betekent niet dat de beeldkwaliteit ook wordt verbeterd. Hier zijn enkele dingen om te overwegen om afbeeldingen van hoge kwaliteit te krijgen.
- Ruis: grotere ISO-waarden resulteren in hogere ruis. Afhankelijk van het cameramodel kunt u deze fouten zelfs bij gemiddelde ISO-waarden herkennen. Gebruik daarom alleen hoge ISO-instellingen bij slechte lichtomstandigheden.
- ISO 100: Om een goede beeldkwaliteit te bereiken, moet u de laagst mogelijke ISO-instelling kiezen. Als ideale instelling kunt u een ISO-waarde van 100 instellen.
- Bewegingen: dieren- en sportopnamen met bewegingen worden vaak gemaakt met een kortere belichtingstijd. Daarom moet u het ISO-nummer verhogen ten gunste van een kortere belichtingstijd. Let op dat u de ISO niet te hoog instelt.
- Duisternis: Nogmaals, een hoger ISO-getal leidt niet tot een beter resultaat. Gebruik daarom een flits of statief boven een hogere ISO-instelling.