Volleybal: regels duidelijk uitgelegd
Volleybal is een van de populairste sporten ter wereld. Hieronder lichten we de belangrijkste regels toe.
Volleybalregels - de belangrijkste punten
Het doel van volleybal is om de bal op de grond van het tegenveld te laten landen en te voorkomen dat deze op je eigen veld landt.
- Bij volleybal staan twee teams, elk met zes spelers, tegenover elkaar. De positie van deze spelers is vast en na een verandering van service veranderen de spelers van het respectieve team hun posities in een vaste volgorde.
- Er zijn geen tijdslimieten voor volleybal. Om het spel te winnen, moet een team drie sets winnen. Er worden in totaal vijf sets gespeeld. Een set wordt gewonnen wanneer een team 25 punten bereikt en een voorsprong heeft van minimaal twee punten.
- Als de bal op het tegenoverliggende veld landt, krijg je een punt. Het team dat de laatste beurt heeft gewonnen dient.
- Het leidende team kan na elke 8 of 16 punten een pauze van één minuut aanvragen. Beide teams kunnen een time-out van elk 30 minuten aanvragen, ongeacht de score.
- Het is toegestaan om de bal drie keer in één beurt te passeren. Bij volleybal is het verboden dat een speler de bal twee keer achter elkaar accepteert.
- Per set zijn zes 6 vervangingen toegestaan. Vervangen spelers kunnen alleen worden vervangen als de eerder vervangen speler deze speler vervangt.
Hoe een volleybalbeweging te winnen
Volgens de regels zijn er in volleybal verschillende manieren om zelf een zet te beslissen.
- Je wint een zet wanneer de bal de tegenoverliggende verdieping raakt, de tegenstander een fout maakt of de bal buiten het veld slaat.
- Er wordt bijvoorbeeld een fout gemaakt als een team de bal te vaak passeert, de bal strak houdt, het net raakt of de bal tegen of onder het net slaat.
Posities spelen in volleybal
Er zijn in totaal zes spelposities in volleybal, die altijd door één speler moeten worden bezet.
- Twee van de spelposities bevinden zich in het achterste veld van het veld (posities 1 & 5). Positie 1 dient altijd.
- Posities 2, 3 & 4 staan vooraan in het veld. Jouw taak is om inkomende ballen te blokkeren en terug te spelen. Vanwege het principe van "positionering" geven de twee buitenste spelers (2 & 4) de ballen door aan de middelste speler, zodat deze de bal op het tegenoverliggende veld kan werpen.
- Positie 6 bevindt zich in het midden van het veld. De speler die deze positie inneemt, is verantwoordelijk als een zogenaamde "switcher" voor het tegelijkertijd spelen van lange en korte ballen. Deze speler accepteert vaak de tegenstander serveert.
In het volgende artikel zullen we de voetbalregels toelichten.