Viscositeit: dat is wat de term betekent
Het belang van viscositeit is vooral belangrijk in de chemie. Deze meeteenheid bepaalt de weerstand van een vloeistof. Hier kunt u ontdekken waar deze maatregel om draait.
Het belang van viscositeit
De betekenis van viscositeit is de maateenheid voor de viscositeit van een vloeistof. Vloeistoffen zijn stoffen die vloeiend kunnen vervormen. In de natuurwetenschappen omvat dit gassen en vloeistoffen.
- Hoe groter de viscositeit van een vloeistof, hoe dikker deze is. Als de viscositeit echter laag is, is de stof dun.
- Elke vloeistof bestaat uit deeltjes. Deze zijn nauw verbonden of niet. Als ze dicht bij elkaar staan, zijn ze onbeweeglijker. Hier spreekt men van een interne wrijving.
- De interne wrijving kan worden beschreven met de beweging van twee overlappende, verweven moleculaire lagen. Omdat moleculen constant in materie stromen en elkaar raken.
- Er is een bepaalde kracht nodig om de in elkaar grijpende moleculen in deze stroom te overwinnen. De viscositeit bepaalt precies deze kracht in verband met de vloeistof en zijn eigenschappen.
- Water heeft bijvoorbeeld een viscositeit van 1, 0 η. Druivensap is echter 2 tot 5 η.
- Overigens gaat de term terug naar de maretakplant (Viscum). Hieruit werd eerder vogellijm verkregen. Daarom betekent "viskeus" ook "taai als vogellijm".
In het volgende artikel zullen we het Rutherford-model aan u uitleggen.