Gebruik Python in CMD - Dit is hoe
In deze praktische tip laten we u zien hoe u Python in CMD kunt gebruiken door de omgevingsvariabelen te bewerken.
Gebruik Python in CMD - Dit is hoe
Hieronder willen we u laten zien hoe u Python in CMD kunt gebruiken. Hiertoe moet u eerst de omgevingsvariabelen wijzigen. U kunt ook alle stappen zien in de fotogalerij aan het einde van het artikel.
- Open Windows Explorer en klik met de rechtermuisknop op uw pc. Selecteer vervolgens "Eigenschappen".
- Klik vervolgens op "Geavanceerde systeeminstellingen".
- Klik vervolgens op "Omgevingsvariabelen".
- Selecteer "Pad" voor de gebruikersvariabelen en klik op "Bewerken".
- Voeg een nieuwe omgevingsvariabele toe door op "Nieuw" te klikken. Voer het pad naar uw Python-systeemmap in (bijvoorbeeld "C: \ Users \ uwgebruikersnaam \ AppData \ Local \ Programs \ Python \ Python36").
- Daarna moet u nog een omgevingsvariabele toevoegen. Deze keer moet u echter het pad van de submap "Scripts" gebruiken (bijvoorbeeld "C: \ Users \ uwgebruikersnaam \ AppData \ Local \ Programs \ Python \ Python36 \ Scripts") van uw Python-systeemmap.
- Bewerk de systeemvariabelen "Path" en voeg deze twee paden hier ook toe.
- Nu kunt u ook alle Python-opdrachten in CMD gebruiken.
Tip: u vindt meer programmeerhandleidingen op onze onderwerppagina van de Python-programmeertaal. Daar laten we u bijvoorbeeld zien hoe u functies in Python kunt definiëren.