Mac OS: bestanden verzenden met AirDrop
Met Mac OS kunt u eenvoudig bestanden verzenden met AirDrop. Onze instructies tonen de afzonderlijke stappen.
Mac OS: Activeer AirDrop
Om Airdrop te gebruiken, hebt u minimaal OS X Lion nodig. Vanaf uiterlijk 2010 ondersteunen alle Apple-computers de AirDrop-functie. Als u de functie links in de Finder niet kunt vinden, moet u eerst AirDrop activeren:
- Open de Finder en selecteer "Instellingen" in de menubalk onder "Finder".
- Ga naar de categorie "Zijbalk" en activeer daar "AirDrop".
Mac OS: bestanden verzenden met AirDrop
Als u bestanden naar een andere Mac wilt overbrengen, moeten beide apparaten zich op hetzelfde wifi-netwerk bevinden.
- Open de Finder op beide computers en schakel links naar de categorie "AirDrop". Hier ziet u de profielfoto van de andere gebruiker.
- Sleep een bestand naar het Finder-venster om een bestand te verzenden. Als alternatief kunt u een map in de Finder openen en de optie "AirDrop" selecteren met behulp van het verzendpictogram.
- Nadat u een bestand hebt geselecteerd, bevestigt u de vraag die verschijnt met de knop "Verzenden". De opties "Opslaan" en "Opslaan en openen" verschijnen op de andere computer.
In de volgende praktische tip laten we u zien hoe u verborgen bestanden en mappen kunt weergeven onder Mac OS X.