LaTeX: Voer vector in - hoe het werkt
Het invoeren van een vector in LaTeX is niet moeilijk. In deze praktische tip laten we u zien hoe het werkt.
LaTeX: Voer vector in - hoe het werkt
Een op LaTeX gebaseerd systeem voor formules wordt vaak gebruikt om bijvoorbeeld de leesbaarheid in wiskundeforums te verbeteren. In de doorlopende tekst van het LaTeX-tekstprogramma kunt u vectoren in de doorlopende tekst in de wiskundige omgeving invoegen. Hier laten we u precies zien welke opdrachten u moet gebruiken om een eenvoudige vector te maken:
- Zorg ervoor dat u uw vector tussen "\ [" en "\]" in de hoofdtekst invoert.
- Over het algemeen worden tabellen in LaTeX geïmplementeerd met "\ begin {array} {c} tabel text \ end {array}". "c" definieert het kolomformaat. Schrijf "cc" voor twee kolommen, "ccc" voor drie, enz. U kunt "\ left" en "\ right" gebruiken om elke vector en matrix te maken.
- "\ vec {v} = \ left (\ begin {array} {c} x \\\ y \\\ z \\\ \ end {array} \ right)" maakt een vector met één kolom met drie elementen.
- Als alternatief is de opdracht \ vec {v} = \ begin {pmatrix} x \\\ y \\\ z \ end {pmatrix} mogelijk voor de vectorinvoer. Hiervoor hebt u het "amsmath" LaTeX-pakket nodig.
De volgende praktische tip laat zien hoe u pauzes in uw LaTeX-document kunt opnemen.