Camera: diafragma instellen - hoe het werkt
Het diafragma is verantwoordelijk voor de lichtinval in de camera. In onze praktische tip laten we u zien hoe u het diafragma van de camera correct instelt.
Stel het diafragma van de camera in
Het diafragma van de camera werkt als lamellen van jaloezieën: afhankelijk van de instelling laat het meer of minder licht door en regelt het de scherptediepte van de foto. Bij sterk licht zijn objecten op de voorgrond scherp, de achtergrond is onscherp. Met een lage lichtinval, d.w.z. een klein diafragma, neemt de scherptediepte toe.
- Het diafragma bevindt zich aan de voorzijde van de cameralens. Het bestaat uit metalen lamellen, die, afhankelijk van de instelling, een kleinere of grotere, ronde opening vormen waardoor het licht valt. De meeste camera's regelen het diafragma automatisch.
- De diafragma-instelling wordt gespecificeerd met de numerieke waarden 2.8, 4, 5.6, 8, 11 en 16. Een grote waarde betekent een kleine opening en dus weinig licht.
- Om het diafragma handmatig aan te passen, draait u aan de ring op de lens met het label met deze nummers. Voordat u de zogenaamde automatische timer op de camera moet activeren, heeft deze meestal het symbool "A" of "Av".
- Bij digitale camera's is het een beetje anders: hier moet u meestal de instelling in het juiste menu maken, dat - afhankelijk van de fabrikant en het model - kan worden bereikt via de instellingen, de pijlknoppen of een speciale diafragmaknop.