Excel: gebruik de vergelijkingsfunctie
In deze praktische tip beschrijven we hoe u de vergelijkingsfunctie in Excel kunt gebruiken.
Gebruik de vergelijkingsfunctie in Excel
- Klik in een vrije cel in Excel en typ "= VERGELIJKING".
- De syntaxis van de vergelijkingsfunctie bestaat uit drie argumenten en wordt automatisch weergegeven.
- Geef onder "Zoekcriterium" het eerste argument op met de waarde waarmee u de elementen van de zoekmatrix wilt vergelijken.
- Het tweede argument, de zoekmatrix, is een celbereik van bijvoorbeeld resultaatwaarden. U kunt bijvoorbeeld een aantal nummers gebruiken om erachter te komen wie overeenkomt met de zoekcriteria, bijvoorbeeld een specifiek nummer.
- Als derde argument, het vergelijkingstype, voer -1.0 of 1 in. 1 betekent dat de vergelijkingsfunctie naar de grootste waarde zoekt die kleiner is dan of gelijk is aan de waarde van het zoekcriterium. Op dezelfde manier zoekt u met -1 naar de kleinste waarde. De 0 zoekt naar de eerste waarde die overeenkomt met de waarde van de zoekcriteria.
- Hier is het volgende van toepassing: Voor het vergelijkingstype -1 of 1 moet de zoekmatrix in oplopende of aflopende volgorde worden gerangschikt. Met vergelijkingstype 0 kunnen de waarden van de zoekmatrix in elke volgorde worden gerangschikt.
- Wijs de drie argumenten toe aan uw cel, uw celbereik en het juiste vergelijkingstype en voer vervolgens de functie uit met de Enter-toets.