Excel: gebruik de rangfunctie - hoe het werkt
De rangfunctie in het Excel office-programma behoort tot de groep statistische functies. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om snel in een lange lijst met looptijden van wedstrijden te achterhalen welke tijd is gekoppeld aan welke rang in het runner-veld. Lees hier hoe u deze functie kunt gebruiken.
Rankfunctie in Excel
- Binnen een reeks getallen komt de rangorde van een getal overeen met zijn positie in de reeks als de getallen in oplopende of aflopende volgorde op nummer worden gesorteerd. In de nummerreeks [4, 5, 3, 1, 2] heeft het nummer 2 de rang 2 met toenemende sortering [1, 2, 3, 4, 5], met afnemende sortering [5, 4, 3, 2, 1] Rang 4. U kunt de Excel-functie "Rang" gebruiken om snel de rang van een numerieke waarde te bepalen, bijvoorbeeld een omzet of een wedstrijdtijd, zonder de waarden vooraf te moeten sorteren.
- Als u met Excel 2010 of een nieuwere versie werkt, kunt u de rang van een getal op twee manieren bepalen. De functie "RANG.GLEICH" komt overeen met de functie "RANG" van de oudere versies. De functie "RANG.MITTELW" biedt een preciezer resultaat als meerdere nummers op een rij even groot zijn.
Gebruik de rangfunctie in Excel
- De meest handige manier om complexe functies in Excel te gebruiken is via de functiewizard van het programma. Klik op een cel in uw Excel-werkblad waarin het resultaat moet worden uitgevoerd. Roep vervolgens de functiewizard op door te klikken op de functie-notatie fx in de formulebalk.
- Voer in het venster "Functie invoegen" de functienaam "RANG" in het eerste invoerveld in en klik op "OK" naast het invoerveld. In nieuwere versies van Excel worden de functies "RANG", "RANG.GLEICH" en "RANG.MITTELW" nu weergegeven in een keuzelijst. Klik op "RANG" of "RANG.GLEICH" en bevestig uw keuze met "OK" onderaan het venster. In de resultaatcel ziet u de vermelding "= RANK.GLEICH ()".
- Het venster "Functieargumenten" is nu geopend. Klik op de cursor in het invoerveld "Nummer" en navigeer vervolgens in uw werkblad naar het nummer waarvan u de rang wilt bepalen. Door op het nummer te klikken, wordt het als functieargument naar de formulebalk overgebracht. De resultaatcel bevat nu bijvoorbeeld "= RANK.GLEICH (B5;)".
- In de volgende stap moet u de waarden opgeven waarmee de rangorde van het aangenomen getal moet worden bepaald. Klik hiervoor in het invoerveld "Referentie" in het venster "Functionele argumenten" en markeer de relevante waarden op uw werkblad. In de regel is dit de hele reeks getallen. Klik op de eerste cel van de reeks getallen, houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de cursor naar het einde van de reeks. De resultaatcel bevat nu bijvoorbeeld "= RANK.GLEICH (A7; A3: A7)".
- U kunt het resultaat al zien in het venster Functie-assistent. Met "OK" wordt het resultaat uitgevoerd in de resultaatcel. In deze vorm toont het resultaat de rang van een getal in de veronderstelling dat de reeks getallen in aflopende volgorde is gesorteerd.
- Als u de rang van een getal wilt bepalen in de veronderstelling dat de nummerreeks in oplopende volgorde is gesorteerd, moet u een ander argument in de functievergelijking invoeren. Voer in het veld "Order" in het venster Functiewizard een andere waarde dan 0 in. De resultaatcel bevat nu bijvoorbeeld "= RANK.GLEICH (A7; A3: A7; 1)" Met een klik op "ok" wordt het resultaat uitgevoerd.
- Als bepaalde waarden meerdere keren voorkomen in een reeks getallen, wordt de functie "RANG" of "RANG.GLEICH" gebruikt om de laagste rang uit te voeren. Voor de reeks [4, 5, 3, 1, 2, 2, 2, ] wordt rang 4 (aflopend sorteren) of rang 2 (oplopend sorteren) voor de waarde 2 ongewijzigd bepaald. Als u hier een preciezer resultaat wilt, moet u de functie "RANG.MITTELW" gebruiken.