Beweging fotograferen: instellingen en tips
Om bewegingen correct te kunnen fotograferen, moet u rekening houden met enkele instellingen op de camera. In deze praktische tip leggen we uit hoe u bewegende onderwerpen optimaal kunt fotograferen.
Beweging fotograferen: de belichtingstijd
De belichtingstijd die u instelt, heeft een enorme invloed op het resultaat:
- Voordat u foto's maakt, moet u daarom overwegen of het beeld later bewegingsonscherpte moet bevatten of dat het onderwerp in beweging moet worden bevroren.
- Om de beweging te "bevriezen", moet u de kortst mogelijke belichtingstijd kiezen in de instellingen van uw camera.
- U moet zelf ontdekken welke belichtingstijd optimaal is voor uw onderwerp. Als richtlijn kunt u echter vaststellen dat de beweging van een auto die 50 km / u rijdt, goed moet worden vastgelegd met een belichtingstijd van 1/500 seconde.
Beweging fotograferen: diafragma en ISO
Afhankelijk van de geselecteerde belichtingstijd zijn de instellingen voor diafragma en ISO ook:
- Hoe korter de belichtingstijd, hoe minder licht de sensor van uw camera raakt.
- Zodat het beeld nog steeds goed verlicht is, moet u het diafragma dienovereenkomstig openen.
- Mogelijk moet u ook de ISO verhogen of zelfs extra lichtbronnen gebruiken.
Beweging fotograferen: vervagen
Met de belichtingstijd zullen uw foto's sneller trillen. Daarom ...
- ... moet u ervoor zorgen dat de camera zo stabiel mogelijk blijft tijdens het maken van foto's.
- Bij bijzonder korte belichtingstijden moet u een statief gebruiken om cameratrillingen te voorkomen.
- In deze praktische tip hebben we tips voor het kopen van een statief voor u verzameld.